­

Wie voor het eerst de kunstenaar Ton de Kruijk (Ankeveen 1951) ontmoet zal denken te maken te hebben met iemand uit de zeventiende eeuw. Zijn donkere krulsnor en lang golvend haar samengebonden in een staart zouden niet misstaan op een van de schuttersstukken van Van der Helst. Het amuseert hem als mensen zo op hem reageren en zegt ook een groot bewonderaar te zijn van de meesters van de Gouden Eeuw.

De kunstenaar Ton de Kruijk prikkelt graag de fantasie van de kijker. Het is niet moeilijk zijn werk te herkennen. Hij gaat volstrekt zijn eigen gang en trekt zich niets aan van modieuze trends. Zijn panelen doen denken aan de barokke composities van Rubens maar ook aan de sfeervolle landschappen van Jacob van Ruijsdael. De schilderijen zijn helemaal vol geschilderd en de kijker moet goed en vooral lang kijken om te ontdekken wat er allemaal geschilderd is, zoveel is er te zien. Dieren, mensen en landschappen buitelen over elkaar heen en komen samen in zijn schilderijen. De stijl te benoemen waarin hij werkt is lastig. Hij is een groot bewonderaar van de engelse schilder Constable. De ideeen achter de Romantiek als beweging: de belangstelling voor het verleden en de natuur trekken hem erg aan. Het dichtst benadert de omschrijving barok surrealisme zijn manier van schilderen. Het liefst werkt Ton de Kruijk met dubbelvormen. Zo lijkt een poot van een vogel op een boomstronk en een vleugel op een blad. Graag wil de schilder de toeschouwer prikkelen om goed te kijken en dat is in deze tijd van haast geen gemakkelijke opgave. De kijker moet er immers de tijd voor nemen.

Virtuoze techniek
In 1953 verhuisde zijn ouders naar Huizen en gingen wonen in de buurt van het bos, in de omgeving van de Driftweg. Als jongetje speelde hij graag in de bossen en heide van de Naardereng, tussen Huizen en Naarden. Nog steeds is dit een gebied een belangrijke bron van inspiratie. Toen moet al de basis zijn gelegd voor zijn liefde voor de natuur. Vooral oude bomen en vogels boeien hem mateloos. Talloos zijn de studies die hij hiervan maakte, maar ook van historische figuren en naakten. De techniek van het tekenen, schilderen en etsen beheerst hij tot in de finesses. Een tekening te maken van een naaktmodel of van een mensfiguur kost hem geen enkele moeite. Daarom kan hij nu ook dat schilderen wat hij graag wil en hem bezighoudt. Een kop van een aap of van een leeuw temidden van een wirwar van wezens, naaktfiguren en fabeldieren.
Ton de Kruijk laat zich leiden in zijn schilderingen door de eeuwigdurende kringloop van alles wat leeft en ook weer verdwijnt afsterft en vervalt tot een grote humuslaag. Verrotting, vergankelijkheid maar ook vitaliteit. Al deze facetten keren terug in zijn schilderingen. Fragmenten van dieren, mensen en bomen worden samengevoegd en zijn voor meerder uitleg vatbaar.

Na eerst te hebben gewerkt voor verschillende uitzendbureaus wist Ton de Kruijk dat hij wat anders zocht. 's Morgens was hij te vinden op kantoor en in de middag kon hij zich wijden aan dat wat hij het liefste deed: schilderen. In 1986 besloot hij de lerarenopleiding te volgen en volledig te kiezen voor het kunstenaarsvak. In 1974 was hij verhuisd naar Bussum en bouwde zijn garage om tot een sfeervol atelier waar tevens lessen gegeven konden worden. Les geven is iets wat hij nog steeds graag doet, het contact met mensen en praten over kunst inspireert hem.

Ton de Kruijk werkt direct op het paneel. Hoewel hij al vaag weet wat hij gaat schilderen wordt ook veel aan het toeval overgelaten. Aan de hand van vegen en vlekken ontstaan de eerste herkenbare vormen van een dier of tak. Dan, na vele lagen te hebben aangebracht, ontstaat het uiteindelijke schilderij.
Het is niet gemakkelijk het werk van Ton de Kruijk te doorgronden maar wie er voor openstaat treedt een wonderlijke en boeiende wereld tegemoet.

Drs.Margriet van Seumeren juli 2002
Kunstrecensente Gooi- en Eemlamder.

­